LET OP: De spelers van LSV worden wel steeds eerstgenoemd, maar hebben zwart aan de oneven borden.
Bord 1. Thomas van Veelen van – Henk Abels, 1 – 0
Thomas: Met zwart speelde ik Frans. Ik slaagde erin het initiatief naar me toe te trekken. Henk besloot daarom de dames te ruilen. Dat leidde tot een eindspel waarin ik degene was die op winst kon spelen. Na een paar onhandige zetten van hem kreeg ik de kans twee verbonden vrijpionnen te creëren en af te wikkelen naar een paardeindspel waarin mijn pionnen zo naar de overkant ´rolden´.
Bord 2. Martin Beenhakker – Bartek Burczak, 0 – 1
Martin: Mijn partij was een London System opening. Deze kende hij niet, dus hij ging mij naspelen. Volgens de theorie dien ik dan zijn loper op f5 op te jagen, maar ik viel het centrum aan met pion c4. Geen juiste voortzetting, maar wel één waar ik van geleerd heb. Gelukkig had mijn partij geen negatieve gevolgen voor de einduitslag.
Bord 3. Jacques Huijzer – Bartolo Oegema, 1 – 0
Jacques: Ik had met zwart 1. e4 c5 2. Pf3 voorbereid, maar het werd 2.c3; na 2. …d5 3. ed5: Dd5: 4. d4 besloot ik maar weer eens mijn zelfbedachte 4. … e5 te spelen.
Na 5. de5; Dd1: heeft zwart enige compensatie voor de pion, maar meestal niet genoeg voor de winst. Ik won mijn pion niet terug, maar door een foutje van mijn tegenstander kreeg ik twee stukken voor een toren en won daarna snel.
Bord 4. Tom Draisma – Berend Koetsier, 1 – 0
Tom: Berend speelde een ongebruikelijke variant van de Nimzowitsch Verdediging: 1 e4 Pc6 2 Pf3 Pf6 3 e5 Pg4 4 d4 d6 5 e6!? fxe6 (Op .. Lxe6 volgt het vorkje 6 d5). Zwart kwam heel gedrukt te staan en vercombineerde zich bij een bevrijdingspoging. Ik kwam een toren voor en won in 22 zetten.
Bord 5. Dick – D. A. Van der Maarel, 0 – 1
Dick: Ik speelde met zwart de Philidorverdediging. Tijdens de partij ging er nogal wat mis. De klok viel uit, na herstel vergat mijn tegenstander een paar keer de klok in te drukken en beschuldigde mij er dan van stiekem aan de klok gezeten te hebben. Hij zette op een gegeven moment twee keer achter elkaar en was verontwaardigd toen ik dat niet accepteerde. Toen ik dat claimde zette ik per ongeluk de klok uit ipv op pauze. Verder klaagde hij dat zijn klok optelde in plaats van aftelde toen hij in tijdnood snel zette. In het middenspel speelde ik hem weg, maar in het eindspel verklungelde ik de stelling.
Bord 6. Luc van Dijk van – P. C. Overbeek, ½ – ½
Luc: Het werd een Slavische partij, waarbij mijn tegenstander nogal gedrongen kwam te staan. Met de in het Slavisch bekende manoeuvre Ph4-f5 had ik enkele zetten later de mogelijkheid voor een loperoffer op h6. Had ik dat maar gespeeld! Nu verzandde de partij in remise. De slotstelling bood geen enkele mogelijkheid meer voor winst.
Bord 7. Tony van der Plas – Herbert Tessemaker, 1 – 0
Tony: Ik speelde met zwart Scandinavisch met 2. .. Pf6 en 3. .. e6. Herbert ontweek het IJslands gambiet en stelde zich terughoudend maar gezond op. In plaats van aanval koos hij voor afruil. We hadden beiden een dubbelpion, maar ik had ruimtevoordeel. Bij normaal spel zou het remise worden, daarom bood ik het ook aan. Hij sloeg het af en ruilde de torens af. Maar nu kon ik met mijn koning binnendringen en een vrijpion creëren. Ik wees zijn remisevoorstel van de hand en won.
Bord 8. Eric Spoor – Riko Douma, 1 – 0
Eric: Na een droevig begin dit schaakjaar heb ik voor het eerst gewonnen!
Ik had me voorbereid op de Italiaanse opening, maar het werd Siciliaans, de Grand Prix Attack. Bij zet 14 verloor Riko met zichtbaar pijn in het hart zijn geliefde dame. Om zichzelf en mij te plezieren speelden hij door tot zet 26.
(Tom Draisma, met dank aan de spelers voor hun verslagjes.)