Gisteren hebben we de tweede partijanalysesessie gehad met IM Piet Peelen.
De conclusie van de eerste sessie was dat veel van mijn partijen beslist worden door tijdnood.
Drie jaar geleden heb ik mijn gambietrepertoire vervangen door positionele openingen. Daardoor was ik er van overtuigd het tijdnoodprobleem achter me gelaten te hebben. In feite was alleen de gradatie van tijdnood gewijzigd van extreem++ naar bovengemiddeld. Omdat ik dacht het probleem overwonnen te hebben veroorzaakte dit een blinde vlek.
Tijdens de eerste sessie werd duidelijk hoeveel punten ik eigenlijk vermorste in de laatste 10 minuten van de partij. Ik had al wel eerder geconstateerd dat heel veel denkwerk van mij tijdens een zet in feite irrelevant is voor de keuze tussen de verschillende kandidaten. Aangemoedigd door de coach heb ik besloten deze irrelevante gedachten gewoon achterwege te laten.
Het resultaat was de afgelopen weken ver boven de verwachting van zowel de coach als van mij. Ik heb gespeeld tegen tegenstanders met gemiddeld 100 ratingpunten meer. In 9 partijen scoorde ik 4 overwinningen en 5 remises, zonder nog serieus in tijdnood geweest te zijn.
Tijdens de tweede sessie gisteren kwam een ander probleem aan het licht. Als ik niet meer in tijdnood kom dan worden mijn partijen langer. Heel vaak komt er dan een moment waarom ik niet meer weet hoe het verder moet. Dikwijls biedt ik dan maar remise aan, hetgeen meestal wordt aangenomen. Of ik probeer een voordeel in winst om te zetten maar omdat ik niet weet hoe dat moet verzandt de partij in remise. Het werd duidelijk dat mijn eindspelkennis onder de maat is. Over mijn openingen en middenspel was de coach over het algemeen wel tevreden.
Inmiddels ben ik aan de slag met Silman’s complete endgame course. Een steengoed boek!
Daarnaast heb ik ook de eindspelmodule van Chesstempo opgestart.
Ik ben benieuwd!
Dick.