Demonstratiepartij Jacques vs. Thomas.
Zet “show move pane” en “show comments” aan!
Naast het commentaar in de partij zijn hier nog de volgende schaakpsychologische observaties:
Jacques geeft ruiterlijk toe dat hij geen idee heeft wat de standaardplannen zijn in de gespeelde opening. Wat dat betreft brengt Thomas het er beter vanaf. Hij herkent de pionnenstructuur uit het siciliaans. Twee tegen drie pionnen op de Damevleugel en vier tegen drie op de Koningsvleugel. Het standaardplan voor zwart is hier een minderheidsaanval op de Damevleugel. Na afruil blijft een zwakke pion van wit over. Door deze te veroveren houdt zwart een meerderheid op de Koningsvleugel over die dan verzilverd moet worden. Ofschoon die kennis er dus wel is werd er niet naar gehandeld. Thomas richtte zijn pijlen in plaats daarvan op de Koningsaanval. Een aanval die nooit echt van de grond kwam door een achterstand in ontwikkeling.
Na de zet 12.Lb5+ ontstond een interessante discussie over de potentie van zwarts loper op c8 tussen Raymond en Bilal. Raymond dacht dat die loper gevaarlijk had kunnen worden na b6 en Lb7. Bilal redeneerde dat je zwart rustig die twee tempo’s kon laten verspillen, want als je pas op dat moment Lb5+ speelde dan was dat nog vroeg genoeg. Zwart zou dan alsnog zijn witvelderige loper moeten ruilen, maar dan met twee verloren tempo’s. Wat mij vooral trof was het pragmatische in de redenering van Bilal. Hij sluit een heleboel denkwerk uit met zijn manier van redeneren. De kunst om redeneringen uit te sluiten is in het schaken van veel groter belang dan het vermogen om steeds weer met originele vondsten te komen. Schaken is namelijk zo complex dat je al snel een “memory overload error” krijgt. Alles wat het redeneren vereenvoudigt is daarom zeer belangrijk. Jacques is duidelijk altijd op originele vondsten uit en heeft (net als ik trouwens) niet het vermogen redeneringen uit te sluiten. Hij komt dan ook heel vaak in tijdnood (net als ik trouwens). Ik heb Bilal nog nooit in tijdnood gezien.
Vooral Jacques telde consequent de gebruikte tempo’s en het aantal ontwikkelde stukken tijdens de openingsfase.
Ten aanzien van de ruil van Loper c8 volgden beiden dezelfde redenering. Jacques redeneerde daarna echter nog een aantal stappen verder. Terugkijkend met behulp van de computer zou de redenering van Jacques niet gewerkt hebben, maar achter het bord werkte het wel.
Thomas was niet bang te rokeren terwijl Lxf6 in de lucht hing. Hij bekijkt de stelling duidelijk pragmatisch en niet dogmatisch. Dat is een grote kracht. In het middelspel fungeert het groepje pionnen als een mobiel centraal blok, en de kans is groot dat de dubbelpion op tijd ontrafeld wordt. Dat gebeurde ook in de partij.
Als Thomas moet kiezen tussen een actieve opstelling en een passieve opstelling dan kiest hij altijd de actieve variant. Ld6 in plaats van Le7, Tdd8 in plaats van Te7 en later Le5 in plaats van Le7. Dit is duidelijk beinvloed door de stappenmethode want hij gebruikt dezelfde woorden: “op die plek kijkt dat stuk tegen mijn eigen pionnen aan”.
Opvallend was dat Jacques zijn paard op b3 probeerde te hergroeperen terwijl er geen stabiele post voor het arme dier beschikbaar was. Maar Pc5 zag er wel erg leuk uit om te spelen. . .
In het eindspel zette Thomas de Loper bij voorkeur zo dat deze het Paard domineerde.
In het spel van Jacques kon ik een invloed van Euwe opmerken. Dit uitte zich in een enigszins dogmatische visie. Thomas heeft daar duidelijk geen last van, hij is pragmatischer.
Al met al een zeer leerzame en onderhoudende partij.
Geef een antwoord