skeleton-computerDe KNSB biedt een aantal internetcursussen aan. Eén van de mogelijkheden is je eigen partijen te laten analyseren door een internationaal meester en dit in een kleine zetting te bespreken. Inmiddels heb ik een eerste sessie achter de rug met IM Piet Peelen en nog een andere cursist van mijn niveau. Ter voorbereiding moesten we een tiental van onze eigen partijen inleveren, voorzien van ons eigen commentaar. Bij het analyseren van mijn eigen partijen viel het mij op dat de meeste van mijn partijen worden beslist in tijdnood. Over het algemeen kom ik goed uit de opening, maar aan het eind van het middenspel gaat het mis. Ik weet dat altijd aan gebrek aan kennis of aan vaardigheid mijnerzijds. Maar uit analyse blijkt nu dat ik in tijdnood een betere positie opgeef voor een remise of dat ik een geheide remise simpelweg uit handen geef.

Eerlijk gezegd dacht ik dat tijdnood een gepasseerd station was voor mij. Dat is niet zo vreemd als je ziet waar ik vandaan kom. 7 jaar lang heb ik uitsluitend gambieten gespeeld. Koningsgambiet, IJslands gambiet, Marshallgambiet in het scandinavisch, Alapin-Diemergambiet tegen het Frans, een eigen creatie tegen de Caro Kan etc.. Louter en alleen om het combineren onder de knie te krijgen. Als gambietspeler moet je het spel maken. Je staat een pion achter, en jij moet bewijzen dat dat terecht is. Dit leidde bij mij altijd tot onvoorstelbare tijdnood. Mijn gemiddelde partijduur was 21 zetten, en een partij van 30 zetten gold als extreem lang. Heel vaak heb ik remise moeten aanvaarden tegen tegenstanders met een lagere rating in een gewonnen stelling in gierende tijdnood. Heel vaak heb ik een remisestelling verbroddeld door een blunder in de laatste vijf minuten.

Een paar jaar geleden heb ik rigoureus alle gambieten het raam uit gegooid en vervangen door positionele openingen. Omdat ik de partij niet meer hoefde te forceren, speelde ik veel makkelijker. Mijn gemiddelde partijlengte werd 30 zetten. Met een maximum van 40 zetten. Het resultaat was dat mijn score tegen spelers met een lagere rating enorm verbeterde en dat mijn rating steeg tot 1856. Vandaar dat ik het gevoel had dat ik het tijdnoodprobleem had getackled. De afgelopen drie jaar ben ik doorgegaan met taktiektraining. Hierdoor heb ik de gewoonte ontwikkeld net zolang over een stelling na te denken totdat ik de oplossing heb. Ongemerkt heeft deze gewoonte zich uitgebreid tot het spelen van een gewone partij.

Het probleem is alleen dat de meeste posities in een gewone partij, in tegenstelling tot een tactische puzzel, geen absolute oplossing kennen. Als je daar toch naar op zoek gaat dan zoek je iets dat er niet is, en dan verzand je al gauw in tijdnood. Ongemerkt is mij dit de afgelopen paar jaar overkomen. Aangezien het spel mij altijd nog eenvoudiger afging dan in de tijd dat ik nog gambieten speelde, had ik nog altijd het gevoel dat alles ok was. En hierdoor is mijn rating weer teruggezakt naar 1706.

Door het analyseren van mijn partijen is dit echter aan het licht gekomen. Ik heb dit probleem voorgelegd aan IM Piet Peelen en hij adviseerde mij het volgende:

In tijdnood speel je tegen twee tegenstanders in plaats van tegen één. Tegen je tegenstander en tegen de klok. Van de klok kun je nooit winnen. De meeste zetten waar je zoveel tijd aan besteedt, daarover oordeelt de computer met een verschil van hooguit 0,3 pionpunt. Doe gewoon een zet en laat de tegenstander maar bewijzen of hij dat verschil in winst kan omzetten. Dan speel je in ieder geval tegen slechts één tegenstander.

Een tijd lang heb ik de verbruikte tijd op mijn notatieformulier bijgehouden met het doel thuis uit te zoeken waarover ik eigenlijk zo lang had nagedacht. Toen bleek dat ik weliswaar over de positie nadacht, maar dat deze gedachten geen enkele toegevoegde waarde hadden voor de te spelen zet.

Naar aanleiding van het advies van Piet Peelen heb ik besloten deze gedachten gewoon overboord te zetten. Inmiddels heb ik een viertal partijen gespeeld volgens dit nieuwe recept. Tegen 1985, 1785, 1880 en 1885 rating heb ik 3 uit 4 gescoord. Na afloop had ik nog 20 tot 40 minuten over op de klok. In twee van mijn partijen waren mijn tegenstanders in tijdnood. Dat heb ik nog nooit meegemaakt! Er waren twee partijen bij van meer dan 45 zetten, terwijl ik vroeger toch echt op zet 35 in tijdnood was aanbeland en de partij dan weggaf. Conservatief geschat heb ik in de afgelopen vier partijen 1 punt meer binnengehaald dan ik anders gedaan zou hebben.

Bij iedere zet waar ik een keuze had uit meerdere kandidaatzetten stelde ik mij de volgende vraag: kan ik berekenen welke zet het beste is? Als het antwoord “nee” was dan zette ik zonder veel gedoe de zet die mij op dat moment het meest logisch leek. Het blijkt dus dat een heleboel denken inderdaad overbodig is en zonder schade achterwege kan worden gelaten. Ik ben benieuwd wat dit in de toekomst nog brengen gaat! Ik houd jullie op de hoogte van de vervolgsessies (eerstvolgende is 6 december).

Voel je vrij een reactie te geven of vragen te stellen.

Dick Stapersma.