In de slotronde van de schaakcompetitie in klasse 2a van de Osbo, heeft LSV met 5-3 een mooie overwinning behaald op de nummer 2 van de ranglijst: ZSG uit Zwolle.
Met een half puntje meer zou LSV zelfs tweede geworden zijn, nu behaalden de schakers de derde plaats in de eindstand.
LSV begon met een 0-1 achterstand doordat “alles-of-niets” speler Tony van der Plas al vroeg verloor op de avond van 9 april, maar winst van Eric Spoor en remise van Martin Beenhakker brachten de stand op 1,5 -1,5.
Er volgden remises van Tom Draisma en Jacques Huijzer, waarna winst van Johannes Kossen op bord 1, de stand op 3,5 – 2,5 bracht.
Nog twee partijen te gaan!
Luc van Dijk bevocht een moeizame remise:4-3.
Alle ogen waren toen gericht op de partij van Raymond van den Bos.
Zwollenaar Bram de Vries deed zijn uiterste best de gelijkmaker te scoren en van de Bos zag door de zenuwen een paar keer de winst over het hoofd.
Toen hij eenmaal afwikkelde naar een gunstig pionneneindspel, was het punt snel binnen: 5-3 !
Hier zijn de partijverslagen van de hand vand de spelers zelf:

Bord 1 Johannes – Arjan de Vries 1-0

Ik had wit en tegen mijn Botwinnik-systeem (dat is – in min of meer willekeurige volgorde – c4, Pc3, g3, Lg2, e4, Pge2, d3 en 0-0 en daarna eens opkijken om te zien wat je tegenstander in de tussentijd heeft gedaan) nam mijn tegenstander een Konings-Indische opstelling in. Met een reeks licht provocerende loperzetten (9.Lc1-e3, 10.Le3-g5, 11.Lg5-d2 en 13.Ld2-e3) lokte ik zijn paarden naar schijnbaar actieve posities, om ze daar vervolgens met nuttige pionzetten weer vandaan te jagen. Mijn tegenstander had niet echt een idee wat ie er allemaal mee aan moest, en na 15 zetten had ik al groot voordeel en een fikse voorsprong op de klok. Tegen een – in ieder geval op papier – mindere tegenstander is de partij dan al bijna gespeeld: een beetje vlot blijven spelen en de stelling ingewikkeld houden is eigenlijk genoeg. Dacht ik.

Ik speelde in de volgende fase dan ook wat te relaxt en verloor enigszins de grip op de stelling, al kostte het mijn tegenstander veel tijd om dat aan te tonen. Zijn zetten waren in deze fase overigens wel sterk en ik vreesde een afstraffing voor mijn slappe spel. Maar toen hij onder de 5 minuten voor de rest van de partij zakte – ikzelf had toen nog iets meer dan een half uur – begon hij toch onder de druk te bezwijken. Even dacht hij nog een escape te hebben door naar een eindspel van lopers met ongelijke kleur te vluchten. Hij had daarin twee pionnen minder, maar meende dat hij er wel eentje zou terugwinnen. Dat bleek een illusie. Het virus van de opvatting dat bijna alle eindspelen van lopers van ongelijke kleur remise zijn heeft veel slachtoffers onder schakers gemaakt, en ook mijn tegenstander bleek besmet. Na een paar onvermijdelijke onnauwkeurigheden kreeg ik al snel twee verbonden vrijpionnen, die onder escorte van mijn loper en koning op hun gemakkie naar de overkant tippelden.

Bord 2 C.C. Wijnia – Jacques ½-½

Wit begon met Pf3. Tja dan zijn er veel opties voor zwart.
Na 1. … c5 en 2. e4 is het opeens Siciliaans en na 2. … Pf6 3. d3 d6 staat het m.i. al bijna gelijk.

Wit speelde rustig en sterk verder en na twee uur spelen was er nog geen pion geruild.
Gelukkig had ik wel een plan: Aanval op de damevleugel, maar wit pareerde dat goed en kwam met een schijnoffer een pion voor.
Het lukte mij mijn stukken daarna zo snel mogelijk actief op te stellen en in betere stand bood wit toen remise aan: ½-½

Bord 3 Tom – Richard Stegeman ½-½

De partij ging via het Scandinavisch over in de ruilvariant van de Panov-Botwinnik aanval van de Caro Kan verdediging: 1 e4 d5 2 exd5 Pf6 3 c4 c6 4 Pc3 (slaan op c6 is gevaarlijk voor wit) cxd5 5 d4 Pc6 6 Pf3 Lg4 7 cxd5 Pxd5 8 Db3 Lxf3 9 gxf3 e6 10 Dxb7 Pxd4 11 Lb5+ Pxb5. En nu greep ik mis. In plaats van Dc6+! Ke7 Dxb5 (theorie) verspeelde ik door meteen 12 Dxb5 mijn stellingsvoordeel. Na 12 .. Dd7 13 Dxd7 Kxd7 ontstond een eindspel dat ik zonder veel moeite remise kon houden.

Bord 4 René in het Veld – Martin ½-½

Mijn tegenstander had nog de kans om topscorer te worden in de OSBO-competitie 2A. Ik was dus gewaarschuwd voor hem. Op e4 van René speelde ik Pc6, de Nimzowitsch. Hij ging complicaties uit de weg met Pf3 en daarna Lb5. Een Spaanse partij. Loper maal Pc6 en met een vork verlies van de pion op c6. Mijn tegenstander kon ik met goed stukkenspel langzaam terugdringen, waarbij ik het centrum onder controle kreeg. Dit als compensatie voor een pion. Dreigingen over en weer. Waarna ik remise voorstelde. René nam deze na een denkperiode aan. Tijdens de analyse bleek dat hij misschien beter had kunnen staan mits hij de goede zetten gedaan zou hebben en ik de mindere. Dit was niet vooruit te zien. Dus remise.

Bord 5 Tony-Harry van het Klooster 0-1

Ik had wit, speelde e4, kreeg d5, had geen trek in de gebruikelijke Scandinavische varianten (ofschoon ik er normaal wel in meega) en maakte er een Blackmar-Diemergambiet van. Mijn tegenstander speelde alert en omzeilde de klippen bekwaam. Ik deed het niet goed en zijn pionnenstorm kwam eerder dan de mijne. Over en uit.

Bord 6 Frank Markerink – Luc ½-½

Ik speelde met zwart het Benko-gambiet en kreeg een opstelling die je mag verwachten. Ontwikkelingsvoorsprong en druk tegen de witte stelling.
Wit moest steeds meer concessies doen en het lukte mij mijn tegenstander in de greep te houden. Wel kostten de vele mogelijkheden heel veel tijd.
Het lukte mij met mijn dame de witte stelling binnen te dringen dat leek beslissend. Echter met inmiddels hevige tijdnood zette ik niet goed voort.
Wit slaagde erin de dames te ruilen. Dankzij het increment van 10 seconden per zet slaagde ik erin remise te maken, maar wel met hulp van mijn tegenstander. Gezwijnd dus!!

Bord 7 Eric – Henk van Schaik 1-0

Mijn partij tegen Henk van Schaik was een gesloten Siciliaan. De heer van Schaik speelde de opening precies zoals ik het niet graag wil, en kreeg daardoor al snel goed spel. Na enige tijd in de verdrukking gestaan te hebben dacht ik zowaar aan een les van Andrew Martin, bespeel het gehele bord! De actie was vanaf het begin gericht op de koningsvleugel, door mijn ingeving besloot ik te kijken of ik op de damevleugel tegenspel kon krijgen. Zo geschiedde.
Na het openbreken van de vleugel moest Henk het heel nauwkeurig spelen, hij vergiste zich echter in één zet, waardoor ik een sterke aanval kreeg.
Na 34 zetten werd de strijdbijl begraven en tekende de heer van Schaik zijn nederlaag, volgend jaar neem ik revanche was zijn pleidooi.

8 ?? – Raymond 0-1

Ik had zwart en kreeg d4 tegen me, toen baalde ik al als een stekker( ik vind het een walgelijke opening 🙂 )
Dus ging ik maar de Slavische variant spelen want ik wist niets beters en had bewust gekozen om de witte loper binnen de keten te houden.
Kwam erg passief te staan dus besloot ik maar om de d- en e-lijn te openen waardoor ik op het oog erg slecht kwam te staan maar wel de mogelijkheid kreeg om met een noodgang mijn stukken te activeren.
Kwam beter te staan en heb toen een serie van missers begaan in een dramatisch verlopen eindspel met happy end 🙂
Het moet echt pijn hebben gedaan aan de ogen van mijn omstanders, maar ik had een dozijn engelen op mijn schouder en geen enkele fout kon mij van de overwinning afhouden (ook een kunst).